Verticale tuin

Het beplanten van verticale oppervlakten biedt extra mogelijkheden bij het ontwerpen van tuinen en buitenruimtes.

Verticale tuin

Kenmerken

  • vergroten van beschikbare ruimte voor beplanting

  • milieuvriendelijkheid

  • gevoel van verbinding met de natuur

Er worden twee manieren van verticale beplanting onderscheiden.

Bij de eerste manier (‘green facades’ genoemd) groeien de planten uit het groeisubstraat (aarde of aardevervanging) dat onder of boven de muur is geplaatst. Op deze manier worden klimplanten toegepast (zij groeien vanuit de bodem of een plantenbak omhoog) of hangplanten (zij hangen van boven naar beneden). Het klimproces van planten kan worden ondersteund door het bevestigen van staalkabels of frames aan de muur.

Bij de tweede manier (‘green wall’ of ‘living wall’ genoemd) wordt het substraat waar de planten uit groeien geïntegreerd in de muur. Op deze manier kunnen veel meer verschillende planten worden toegepast.

Afhankelijk van het type substraat kunnen de volgende varianten worden onderscheiden:

  1. Geen substraat

Deze techniek kan worden toegepast bij planten die geen grond nodig hebben om te groeien. Dit zijn planten zoals tillandsia (luchtplantjes) die het nodige water en voedingsstoffen uit de atmosfeer opnemen en lange periodes van hitte en droogte kunnen weerstaan. Deze planten groeien langzaam en hebben weinig onderhoud nodig. Aan de muur wordt een constructie geplaatst die de planten mechanische wortelondersteuning biedt. Vervolgens worden de planten aan deze constructie bevestigd. In sommige gevallen worden de planten eerst in de constructie gekweekt en daarna wordt de constructie geïnstalleerd.

  1. Los substraat

Het substraat wordt geplaatst in zakken die aan de muur worden bevestigd. Daarna worden hier de planten in geplant. Het water wordt toegediend via irrigatiesystemen. Het nadeel van deze techniek is dat deze constructies relatief zwaar zijn en de zakken door harde wind kunnen worden weggeblazen. Daarom wordt deze techniek alleen gebruikt aan muren lager dan 2,5 meter. Het substraat moet één keer per jaar worden vervangen. Deze systemen zijn voornamelijk geschikt voor particuliere woningen.

  1. Matsubstraat

Matsystemen bestaan uit dunne matten van kokosvezel of vilt. Omdat zij dun zijn, kunnen ze de planten maar drie tot vijf jaar ondersteunen voordat de wortels door de matten zijn gegroeid of de planten te zwaar worden voor de mat. Daarna moeten deze systemen vervangen worden. Een ander nadeel van deze systemen is dat ze veel bewatering nodig hebben. Deze techniek wordt voornamelijk toegepast bij muren tot 2,5 meter hoog.

  1. Polyurethaan

Polyurethaanplaten hebben een groot waterhoudend vermogen en blijven meer dan twintig jaar geschikt als substraat voor planten. Aan de kant van de muur wordt een waterdicht membraan aangebracht, waarop twee polyurethaanplaten worden geplaatst met een irrigatiesysteem daartussen. Aan de buitenkant worden de planten in de platen ingezet.

  1. Structureel substraat

Bij deze techniek worden de planten in ‘blokken’ geplant, die de eigenschappen van los substraat combineren met de eigenschappen van matten. Deze blokken kunnen in verschillende vormen en maten worden geproduceerd. Zij hebben een lange levensduur (tot vijftien jaar) en kunnen makkelijk vervangen worden.

Verticale tuinen zijn geschikt voor binnen- en buitenruimtes en kunnen worden toegepast bij bestaande muren van verschillende hoogtes of als vrijstaande installaties.

De voordelen van verticale tuinen zijn: efficiënt gebruik van de beschikbare ruimte, verlagen van stadstemperaturen, toevoegen van een extra isolatielaag aan gebouwen, absorberen van geluid, zuiveren van lucht en het vergroten van de biodiversiteit. Daarnaast hebben verticale tuinen een belangrijke esthetische functie en vergroten zij het gevoel van verbinding met de natuur.

Home Tuinstijlen Verticale tuin